De Staat en het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) hoeven het appartement van een Iraaks gezin, dat verblijft in een voormalig asielzoekerscentrum in Katwijk, niet verder aan te passen voor hun minderjarige gehandicapte dochter.
Het gezin had hierom gevraagd in een kort geding. De rechtbank Den Haag is van oordeel dat er in dit geval geen sprake is van een humanitaire noodsituatie, omdat de Staat zich al genoeg heeft ingespannen om de woonsituatie aan te passen.
Het gezin wil een grotere douche, wasruimte en wc voor hun gehandicapte dochter. Ook zou de Staat de ruimte waarin zij moeten verblijven geheel rolstoeltoegankelijk moeten maken of het gezin een ander rolstoeltoegankelijk appartement moeten toewijzen. De rechtbank ging hier niet in mee.
In afwachting van hun vertrek uit Nederland naar het land van herkomst verblijft het gezin in een voormalig asielzoekerscentrum dat als gezinslocatie wordt gebruikt voor de opvang van minderjarige kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers.
(Bron: www.rechtspraak.nl)
Elmer van der Kamp heeft de Staat en het COA in deze procedure bijgestaan.
Zie voor de volledige uitspraak: Rechtbank Den Haag 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:14135.